Sporen-1, fotocollage, 184 x 100 cm (1998-2003) Sporen-2, fotocollage, 184 x 100 cm (1998-2003)
100-1_2-2
100-2_2-12
100-2_2-18
100-2_2-20
100-2_2-6
1a2_4-8
1a2_4-9
2-1_2-10a
2-1_2-11b
2-1_2-14
2-2_2-18
2-2_2-7
3-1_2-11
3-1_2-15
3-1_2-16
3-1_2-18a
4-1_2-1gs
5-2_2-12
54a-16
6-1_2-10
6-1_2-5
6-2_2-11
6-2_2-14
6-2_2-19
6-2_2-28
98-1_2-5
98-1_2-6
2-1_2-16


SPOREN (computerbewerkingen) 1997-1999

Tussen 1997 en 1999 hield ik mij bezig met computerbewerkingen. Op basis van lakstudies maakte ik per computer m.b.v. plakken en knippen bewerkingen die je kan omschrijven als sporen. In de reeks zie je abstacte landschappen in vogelvlucht, waarbij het tegelijk ook om microscopische afbeeldingen kan gaan. Een scala aan symmetrische vormen en verbindingen paseren de revue. Wat mij interesseerde is dat het mogelijk was om op een kunstmatige manier vormen te arrangeren zoals die in de natuur voorkomen. Wat opvalt is dat bij de vormen die op deze manier verkregen worden een spanning zit die voortkomt uit het feit dat de vormen niet decoratief doorlopen maar steeds transformeren naar nieuwe vormen. De symmetrische sporen die in het kunstmatige landschap ontstaan suggereren afdrukken van vormen die een hogere dimensie doen vermoeden.
Hinton heeft over de symmetrie der dingen iets interessants geschreven. Ouspensky schrijft hierover in zijn essay 'de vierde dimensie': "Over het geheel genomen staat Hinton zo dicht bij de juiste oplossing van het vraagstuk van de vierde dimensie, dat hij soms de plaats van de vierde dimensie in het leven raadt, al kan hij die niet precies aanwijzen. Zo zegt hij, dat de symmetrie in de bouw van levende organismen alleen verklaard kan worden door de beweging van hun deeltjes in de vierde dimensie. Ieder weet, zegt Hinton, hoe hij op papier afbeeldingen kan maken die op levende insecten lijken. Een paar inktvlekken worden op een
stuk papier geworpen en het vel wordt in tweeën gevouwen. Zo krijgt men een heel ingewikkelde symmetrische afbeelding, die veel wegheeft van een fantastisch insect.
Indien een hele reeks van deze figuren gezien zou worden door iemand, die helemaal niet weet hoe zij gemaakt worden, zou deze door zuiver logisch denken tot de slotsom moeten komen, dat zij ontstonden door het papier in tweeën te vouwen, d.w.z. dat hun symmetrisch gevormde punten met elkaar in contact waren geweest.
Op dezelfde wijze mogen wij bij het onderzoeken en bestuderen van georganiseerde wezens, die heel veel lijken op de figuren, die wij volgens de beschreven methode op het papier maakten, concluderen dat deze symmetrische vormen van insecten, bladeren, vogels en andere dieren ontstaan door een proces, dat met dit vouwen overeenkomt. En wij kunnen de symmetrische bouw van georganiseerde wezens verklaren zo niet door in tweeën vouwen in de vierde dimensie, dan toch door een rangschikking, op een wijze die met vouwen gelijk te stellen is, van de kleinste deeltjes waaruit ze opgebouwd zijn.

Er bestaat, zegt Ouspensky, in de natuur inderdaad een zeer belangwekkend verschijnsel, dat ons volkomen juiste diagrammen (schema's) van de vierde afmeting geeft. Wij dienen alleen te weten, hoe wij deze diagrammen moeten lezen.
Wij vinden ze in de fantastisch verscheiden, maar altijd symmetrische vormen van sneeuwvlokken, en ook in de tekening van bloemen, sterren, varens en kantwerk die de vorst op de ramen tovert. Waterdroppels die zich uit de lucht op een koud raam vastzetten, op het ijs, dat zich daarop reeds gevormd heeft, beginnen onmiddellijk te bevriezen en uit te zetten en laten sporen van hun beweging in de vierde dimensie na in de vorm van ingewikkelde tekeningen. Deze vorst-patronen op ramen evenals die sneeuwvlokken zijn figuren van de vierde dimensie.
De beweging--van een lagere figuur om een hogere te bereiken, zoals die in de meetkunde gedacht wordt, is hier werkelijkheid geworden en het resultaat stelt het spoor voor van de beweging van de lagere figuur, omdat de vorst alle trappen van uitzetting van bevriezende waterdruppels bewaart".